Het noordwestelijke provincies - Tucumán,
Catamarca en vooral Salta en Jujuy -
zijn muzikaal de rijkste van
Argentinië. De invloed van de Inca's is groot en de invasie,
en dus ook de muzikale invloed, van de Spanjaarden kwam via deze regio. De hier besproken genres en dansen zijn verbonden met de Incavolkeren uit Noord-Argentinië, Bolivia en Peru. |
![]() |
|
![]() |
Een aantal Peruaanse en Boliviaanse genres wordt ook in Argentinië gebruikt. De huayno is de belangrijkste Peruaanse Incadans en ligt aan de basis van veel feestelijke Argentijnse ritmes. Ook de Peruaanse yaraví en marinera en vooral de Boliviaanse taquirari worden in Argentinië gebruikt. Lees meer ...
|
|
![]() |
De
baguala is waarschijnlijk ontstaan
vanuit de huayno, maar is geen dans. Het genre wordt overal
in Noordwest Argentinië gezongen en is nauwelijks naar het
oosten verspreid. De caja, een houten trom, vormt vaak de
enige begeleiding. Er wordt vaak van register gewisseld, ook
met gebruik van falsetstem, vaak half snik, half schreeuw.
Lees meer ...![]() De vidala lijkt op de baguala, maar bezit een veel grotere muzikale en poetische rijkdom en is meer vermengd met Europese invloeden. De vidala is ontstaan in de provincies Catamarca en Tucumán en is verwant aan de yaraví. Het lied wordt meestal door meerdere zangers gezongen. Lees meer ... |
|
![]() |
||
![]() |
De
carnavalito is een uitbundige Argentijnse dans.
Oorspronkelijk was het een wilde en kleurrijke groepsdans,
later werd hij ook steeds vaker in paren gedanst.
![]() De carnavalito wordt gespeeld door regionale instrumenten: siku, quena en charango. Lees meer ... ![]() |
|
![]() |
De Bailecito norteño
komt oorspronkelijk uit Bolivia en heeft een eigen vorm
gekregen, vooral in de provincie Jujuy.
Lees meer ...![]() |