Siku, zampoña en antara

De
siku of sikuri is de Indiaanse panfluit: holle bamboestengels, van groot naar
klein naast elkaar met bandjes bij elkaar gehouden. De fluit heet
siku of sikuri in de taal van de Aimará-indianen en betekent 'buis
die geluid geeft'. De Zuid-Amerikaanse panfluiten stammen uit de
pré-incaperiode van de Huari (5e eeuw).
Om het instrument te bespelen heb je twee fluiten nodig om het hele
scala aan benodigde klanken te kunnen gebruiken en het vergt veel
vaardigheid om een stuk te spelen, terwijl de bespeler, de sikuri, snel wisselt
van instrument. De twee fluiten zijn meestal aan elkaar gebonden.
De verschillende formaten van de fluit hebben verschillende namen:
de kleinste
chulis, de middenmaat
maltas en de grotere
sankas.
Bij de Quechua-indianen heet de panfluit antara of andarita en heeft
hij vaak maar één rij buisjes.
In het Spaans heet de panfluit in het algemeen zampoña. Deze
algemene naam wordt bijvoorbeeld in Chili ook voor de siku gebruikt.

In Nederland worden siku's gemaakt door Marco Lopez in
Groningen.
Los Reyes Magos uit Navidad Nuestra, siku gespeeld door Roberto
Callisaya van Yatiyaña, zang Javier Rodríguez en Coro Encanto
El condor
pasa 1e deel (yaraví) van de LP/ muziekcassette Manka Fiesta van
Cuarteto de los Andes siku: Raúl Olarte (1988)
Aleluia uit Misa por la Paz y la Justicia van Ariel Ramírez,
Europese première Leiden 1997, amateuropname. Siku Bernabe Mamani, piano Ariel
Ramírez, zang Javier Rodríguez en Groot Koor Schola Cantorum Leiden
olv Wim de Ru